Vertrouwen op Gods vaderlijke leiding.
Je een kijk op de wereld laten aanzeggen.
Om zo luisterend te leven.
Dat Gods plan door alles heen volvoert wordt
en dat Hij heel zijn schepping tot volmaaktheid zal leiden.
- Allerheiligen Het nieuwe Jeruzalem
- 24ste Zondag doorheen het JAAR
- 22ste Zondag doorheen het JAAR
- 21ste Zondag doorheen het JAAR
- MARIA HEMELVAART – HOOGFEEST
- 19de ZONDAG doorheen het JAAR
- 17de ZONDAG doorheen het Jaar
- 15de ZONDAG doorheen het JAAR
- 14de ZONDAG doorheen het JAAR.
- 13de ZONDAG doorheen het JAAR
- 11de ZONDAG doorheen het JAAR
- Familie van Jezus :Marcus : 3, 20-35
- 7de PAASZONDAG.
- 6de PAASZONDAG.
- 5de PAASZONDAG
- 4de PAASZONDAG
- 3de PAASZONDAG
- De ongelovige Thomas b : Jaar B: Joh. 20, 19-31
- VERRIJZENISDAG HOOGFEEST van PASEN – Een omweg door de woestijn
- 5de ZONDAG in de VASTENTIJD
- 4de ZONDAG in de VASTENTIJD
- 3de ZONDAG in de VASTENTIJD
- 2de ZONDAG in de VASTENTIJD
- 1ste ZONDAG in de VASTENTIJD
- 5de Zondag door het jaar
Allerheiligen Het nieuwe Jeruzalem
Kerk en secularisatie 1 november ’21 – B
Aan het einde van de eerste eeuw kwam het Boek ‘Apocalyps’, ‘Openbaring,’ tot stand.
Het wordt toegeschreven aan de langst overlevende apostel Johannes, ‘de leerling die Jezus liefhad’.
Ruim tweeduizend jaar later schrijft Kardinaal De Kesel een boek: ‘Geloof & godsdienst in een seculiere samenleving’.
Kunnen we die twee boeken misschien naast elkaar lezen?
De boodschap van Jezus was niet simpel: het verhaal brengen van een gekruisigde die leeft! Toch vond het ingang, al was er ook tegenstand; Al vlug viel Stefanus als eerste martelaar, en de apostel van de heidenen Paulus had, toen hij op weg naar Damascus met Jezus geconfronteerd werd, al een verleden als christenvervolger!. Hij en Petrus vielen later als martelaren in Rome. En bij de vervolgingen onder keizer Domitianus was Johannes verbannen naar het eiland Patmos.
Het was dus lang niet alles rozengeur en maneschijn! In die situatie maakt Johannes zich zorgen en daarom schrijft hij zijn brief ‘Aan de zeven kerken van Asia’. Nu ze door de vervolgingen wat teruggeplooid moeten leven, wil hij ze bemoedigen. Hij maakt daarbij een balans op: sommige kerken doen het vrij goed in die troebele tijden, andere zijn wat verslapt en flauw in hun aanpak: die wijst hij terecht. ‘Waren jullie maar koud of warm, maar jullie zijn zo’n lauwe volgers van Jezus!
Om ze te bemoedigen schildert hij een tafereel van de hemelse liturgie: de verheerlijking van het Lam, zoals op het altaarstuk van onze gebroeders Van Eyck.
Een menigte die niemand tellen kan staat in witte gewaden rond de troon van het Lam. ‘Dat zijn degenen die komen uit de grote verdrukking en die hebben hun klederen wit gewassen in het bloed van het Lam’. Het visioen van het hemelse Jeruzalem dat neerdaalt en waar God voortaan bij zijn mensen zal wonen, Hij zal hun tranen drogen en er zal geen pijn meer zijn want alle leed is dan geleden.
Dat, wil Johannes zeggen, dat is waar wij naar op weg zijn. Wat er ons ook overkomt, God laat zijn volk niet in de steek, God heeft het laatste woord!
Kardinaal de Kesel wil inzicht geven in onze tijd om die te kunnen begrijpen. Ook hier is lang niet alles rozengeur en maneschijn!
De tijd van het ene christelijke westen, de ene christelijke cultuur is voorbij, we leven in een geseculariseerde wereld waar godsdienst wordt gezien als een privézaak, iets voor achter de voordeur van je huis. Er zijn ook fouten gemaakt, die lang kunnen nawerken. De kerk is ook mensenwerk maar dat is geen reden om fouten te vergoelijken. en corona heeft ervoor gezorgd dat de kerken gesloten waren, dat was niet meer gebeurd sinds de Franse revolutie…
Bij de opkomst van de verlichting en het modernisme had de kerk zich teruggeplooid op zichzelf in een verdedigende houding. Dat had ook het Vaticanum I getekend: een reeks veroordelingen van leerstellingen, veiligheid zoeken binnen de eigen vesting.
Paus Johannes XXIII zag het anders toen hij opriep voor een nieuw Vaticaans concilie; een pastoraal concilie, geen veroordelingen, maar onze plaats innemen in die veranderende wereld, de ramen op opengooien.
Zo ziet ook Kardinaal de Kesel het: ook in een geseculariseerde wereld hebben wij als Kerk een boodschap te brengen, moeten wij aanwezig zijn.
Wetenschap en kennis kunnen ons veel leren en ons ver brengen, maar kunnen geen zingevend antwoord geven op problemen die op ons afkomen. Voor een antwoord op de vraag: hoe geef ik zin aan mijn leven en aan mijn engagement in de samenleving moet ik elders op zoek gaan. Er is meer onder de hemel dan wat tastbaar en voelbaar en meetbaar is.
Hoe vinden wij als gelovigen onze weg in die plurale samenleving? Wij mogen gewettigde verwachtingen hebben op godsdienstvrijheid en de persoonlijke beleving ervan.
Onze boodschap is er een van menselijkheid: God die mens geworden is en op zoek is naar ons, Hij roept ons op om bewust mee te werken aan een menselijke wereld, om mensen samen te brengen in goede verstandhouding en dialoog met respect voor, ieders achtergrond, vorming en overtuiging.
Johannes riep een beeld op van het einddoel, waar onze weg naartoe leidt. Kardinaal de Kesel tekent ons een reisweg, een programma om op weg te gaan samen met anderen.
Maar beiden leggen zij de nadruk op het vertrouwen dat wij in Gods handen zijn.
Bert Taymans
24ste Zondag doorheen het JAAR
‘Wie zeggen de mensen’?
Na een paar jaren van rondtrekken en onderrichten, beseft Jezus dat hij de zaken stilaan duidelijk moet gaan stellen. Hij voelt aan dat Hij op een cruciaal moment in zijn zending gekomen is: Hij kan niet blijven opleggen om zijn genezingen stil te houden. Hij stuit ook herhaaldelijk op het onbegrip van zijn leerlingen en Hij weet dat de leidende kringen Hem scherp in het oog houden. Daarom wil Hij te weten komen hoe zijn boodschap overkomt, en dat is tegelijk een test. Op onze dagen zou Hij gebruik kunnen maken van de sociale media, maar Hij houdt het hier bij een beperkte peiling. Geen populariteitspeiling om daarop zijn carrière verder uit te bouwen zoals dat vandaag in de politiek gaat. Nee, een simpele vraag aan zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben’?
En zoals verwacht: er volgen uiteenlopende antwoorden. De persoonlijke ervaringen met Jezus spelen daarin mee: gaat het om een Farizeeër die al terechtgewezen was, of de honderdman die al tevreden was met een zegening op afstand voor zijn zieke kind, of om de vrouw bij de waterput wier levensloop door Jezus doorzien werd. Of misschien de overspelige vrouw voor wie alles al klaar lag om haar te stenigen. Telkens gaat het dan om ervaringen die getekend zijn door eigen betrokkenheid, en dus niet vrijblijvend. Maar Jezus had wat anders op het oog. Hij voelde aan dat het tijd werd om duidelijkheid te scheppen over zijn zending. Vandaar zijn vraag: en jullie, wie denken jullie dat Ik ben?
Petrus levert hierop een schot in de roos. Hij noemt Hem ‘Messias’, Gezalfde. Iemand die God zal doen heersen, een einde zal maken aan de Romeinse verdrukking en een koninkrijk van vrede en gerechtigheid zal vestigen.
Jezus beseft dat Hij hier moet afremmen, Net zoals bij eerdere genezingen verbiedt Hij hierover te spreken. Hij vreest inderdaad dat men Hem als een wereldse machthebber zal gaan zien en dat klopt niet met zijn opvatting over zijn opdracht. Nee, Hij wil duidelijkheid, al zal dat allicht ook veel onbegrip oproepen.
Hijzelf spreekt niet over de Messias, maar Hij verwijst naar de profeten zoals Jesaja, die we in de eerste lezing gehoord hebben. Zelf neemt Hij het woord ‘Mensenzoon’ in de mond, iemand die vooral mens is met de mensen. De mens zoals God hem droomt, zoals God hem wil, waarin God zijn vreugde vindt. De weg die Hem aan de macht gaat brengen is niet die van wapen- of ander geweld, maar die van pijn en lijden, de weg van het kruis dat we in elke eucharistie gedenken.
Maar dat is voor Petrus een brug te ver. Die gaat er van uit dat je op zo’n manier toch geen samenleving van vrede kunt opbouwen! Daarvoor heb je een sterkere aanpak nodig! Maar Jezus noemt hem “satan’, net zoals de verleider die Hij destijds wegjoeg in de woestijn. Hij verdraagt niet dat wie dan ook Hem zou doen afwijken van de moeilijke weg die Hij gekozen heeft en zoals de Vader het Hem vraagt. Maar dat is wel een weg die leidt naar uiteindelijke bevrijding van alles wat op ons kan drukken.
Of we nu willen of niet: de vraag aan de leerlingen komt ook op ons af: voor wie houden wij Hem? Al 20 eeuwen lang zijn mensen op zoek naar het antwoord.
En dat is mee bepaald door de eigen ervaringen, de levensomstandigheden, de tijd waar in wij leven, door de eigen levenskeuze ook.
In de tweede lezing zegt Jacobus ons dat geloof zonder daden niet volledig is: ons geloof moet handen en voeten hebben. Hoe zullen wij die weg van de nieuwe mens bewandelen? Hoe kunnen wij liefhebben zoals Hij? Die mooie evangelieverhalen, oriënteren die ook effectief ons leven? Een weg van altijd kunnen vergeven geen revanchegedachten, volle aandacht voor medemensen, vooral kleinen en zwakken?
En wat betekent dan ons kruis opnemen?We weten dat Marcus zijn evangelie schreef in een periode waarin christenen vervolgd werden. Van niemand wordt verwacht dat hij het lijden gaat opzoeken, wel kan het gaan om het lijden dat op ons afkomt, ons overvalt…een ongeluk, tegenslag, ziekte, handicap, onze eigen beperktheid…
Misschien moeten we toegeven dat we, net zoals de apostelen, Hem niet altijd kunnen aanvaarden zoals Hij is? Dat we geen profeet willen die veel lastige eisen stelt, maar dat we eerder een God verwachten die altijd klaar staat en in alle omstandigheden voor ons zorgt?
Dat laatste is ook zo, maar misschien gaan we dat maar echt begrijpen als we eerst zoals Jesaja in vertrouwen kracht gaan zoeken bij Hem. Vertrouwen in de Heer die ons ontrukt aan de dood, zoals we in de antwoordpsalm gezongen hebben; een vertrouwen dat geloof in verrijzenis inhoudt, de wetenschap dat er altijd hoop is en dat we hoe dan ook in Gods handen leven, zoals psalm 121 het uitdrukt: ‘De Heer is bezorgd om uw komen en gaan, op deze dag en altijd’.
Bert Taymans
22ste Zondag doorheen het JAAR
De heilige pastoor van Ars, spreekt op zeker dag een eenvoudige parochiaan aan achter in de kerk, die heel de tijd voor zich uit zit te kijken. “Zou je niet beter een beetje bidden, man? Je zit hier maar voor je uit te kijken zonder paternoster. “Mijnheer pastoor, zei de man: “Ik kijk naar God en God kijkt naar mij, is dat niet voldoende”? “Ja, dat is meer dan voldoende, moest de pastoor bekennen. Dit gebeuren illustreert het evangelie van vandaag. Dit evangelie gaat over de kern van de geloofsbeleving, alleen de innerlijke houding telt.
“Hou je toch niet bezig met bijkomstigheden”. Zo kunnen we ongeveer verstaan wat Jezus zegt over het wassen van vingertoppen en het reinigen van bekers en koperen vaatwerk als religieuze reinigingsrituelen bij uitstek. Niet dat Jezus hygiëne onbelangrijk vindt, en wij zullen dit zeker beamen in corona-tijd, maar het is voor Hem nog belangrijker dat je je hart wast en reinigt van alle slechte gedachten en bedoelingen.
Hou je niet bezig met het vervullen van uiterlijke formaliteiten, om uzelf te bewijzen dat je correct leeft. Jezus wil zijn leerlingen van meet af aan behoeden voor elke vorm van formalisme, uiterlijk vertoon en religieuze hoogmoed.
Wat vraagt Jezus dan wel? Hij vraagt: God niet te willen dienen met je lippen, aar met je hart. Jezus vraagt dus van ons: een hartelijke gave van uzelf, aan God en uw medemensen. “de gave van uzelf: “dit is een groot woord voor kleine dingen?
Mag ik jullie vragen: “Staat de naald van je innerlijk kompas gericht op jezelf of op de anderen? Dit komt reeds tot uiting, in de manier waarop je de andere aankijkt, je handdruk, je attentie, in de manier waarop je je beroep uitoefent. Die hartelijke gave van onszelf is ons niet ingeboren ze zit niet in onze genen. We kunnen maar met een open hart en open handen de andere tegemoet gaan als we eerst geproefd hebben van de persoonlijke liefde van onze lieve God. Als we eerst geproefd hebben van de liefde van onze goede ouders en bekwame opvoeders. Zich bemind weten door God is een bron van liefde en kracht voor jezelf en voor onze medemensen.
Zich bemind weten door onze ouders, onze vrienden, onze geloofsgenoten geeft kracht om met zelfvertrouwen in het leven te staan. Wij leven in een tijd waarin wij denken dat wij afgerekend hebben met het formalisme, maar dat is niet zo. een voorbeeld: Als wij bidden, maar het gebed inspireert ons niet om thuis lief en gedienstig te zijn, het inspireert ons niet, om een keer binnen te springen bij een zieke buurvrouw, of om even binnen te springen bij een eenzame buurman, om eenvoudig te vragen: ”kan ik misschien iets voor u doen? dan loopt ons gebed gevaar lippendienst te zijn. En daarom lieve mensen, laten wij in onze wekelijkse bijeenkomst op deze plek, ons best doen, om er niet louter fysisch aanwezig te zijn, maar om er met ons hart bij te zijn, dan wordt die viering een innerlijk gebeuren, waarin wij ons bemind weten, door onze lieve God. Hij zal ons genezen en vrij maken om dienstbaar op te stellen tegenover onze medemensen. Wij wensen het mekaar.
Pater Stan
21ste Zondag doorheen het JAAR
Een keuze maken ? Allemaal goed en wel, maar in heel belangrijke zaken hebben wij geen keuze. De eeuw, de tijd, de plaats waar wij zijn geboren:geen keuze. Het noordelijk of zuidelijk halfrond :geen keuze. Onze ouders, de sociale achtergrond: geen keuze. We kiezen zelfs ons eigen lichaam niet, het instrument waarmee wij het zullen moeten doen: geen keuze. Onze keuze is wel heel beperkt. Wij krijgen wel de kaarten, die wij niet gekozen hebben, maar we moeten er wel mee spelen. De kaarten trekken moeten wij zelf doen. Pas daar begint onze vrije keuze. Eén van die kaarten die wij zelf mogen trekken -misschien wel de belangrijkste-is het godsgeloof. Vroeger was die keuze ook vooraf bepaald. Het gezin en de samenleving maakten het geloof vanzelfsprekend. “We zijn zo opgevoed klonk het”. Nu is het andersom. Velen hebben de kerk verlaten. En waarom? In het boek van de kardinaal heb ik gelezen dat de boodschap van de kerk te veel toegespitst was op geboden en verboden, haar boodschap paste niet meer in de realiteit van het dagelijks leven van de mensen. Het was te weinig een boodschap van barmhartigheid. Komt daar bij: omwille van de hypocriete houding van enkele kerkleiders, is de terechte kritiek op de kerk toegenomen, en is de sociale druk om naar de kerk te gaan, omgedraaid, naar een sociale druk om niet meer naar de kerk te gaan. Voor anderen beantwoordde de kerk en de godsdienst niet meer aan hun verwachtingen: ze hoopten in de kerk van bepaalde voordelen te kunnen genieten: b.v. carrière maken. De kerk diende hun eigenbelang niet meer.Toen was hun redenering kort door de bocht : waartoe dient de kerk dan nog?
We zullen onszelf wel redden. Het is belangrijk te weten hoe Jezus reageert op die kerkverlating? Zegt Hij b.v. “trap het dan maar af, salut Wanneer Jezus voelt dat zijn twaalf beste vrienden beginnen te twijfelen over zijn doen en laten, heeft Jezus het even moeilijk. Hij vraagt hen met verdriet en angst in zijn stem: “Wil ook jullie soms weggaan”? Dit is één van de mooiste woorden van Jezus : “Wilt ook jullie soms weggaan”? Hiermee bevestigt Jezus de ontastbare vrijheid van ieder mens om te geloven, of niet te geloven. De vrijheid die Jezus zijn leerlingen aanreikt om tot een persoonlijke beslissing te komen, doet het beste in het hart van Petrus naar boven komen. Aan zoveel belangloze liefde van Jezus, kan Petrus niet weerstaan en hij zegt : “Heer naar wie zouden wij gaan, Gij hebt woorden die ons doen leven, zelfs eeuwig zullen doen leven”? Op dat moment voel je de intense vriendschap van de leerling voor zijn Meester. En wat ons betreft vandaag: wij geloven niet alleen omdat wij zo opgevoed zijn. Wij geloven niet langer om aan te leunen bij de maatschappelijke invloed van de kerk. Maar wij geloven:
– Sommigen geloven, omdat wij met Jezus, als Emmaüs-ganger en vriend, samen op weg zijn.
– Anderen geloven: Wij ervaren dat met liefdevol dienstbaar te zijn, zoals Jezus, wij betere mensen worden.
Lieve mensen, de woorden van Jezus zijn woorden om van te leven, om een gelukkig mens te worden, en om als gelukkige mensen te kunnen samenleven Ik wens ons allen, trouw en volharding in het geloof om vol te houden. En laten we met Petrus herhalen: “Heer naar wie zouden wij gaan, Gij hebt woorden, die kunnen doen leven, zelfs eeuwig kunnen doen leven.”
Pater Stan
MARIA HEMELVAART – HOOGFEEST
Op 15 augustus vieren de Antwerpenaren: Onze Lieve Vrouw: ons moeder in Gods liefde opgenomen: MOEDERKESDAG zeggen ze.
Sinds eeuwen hebben eenvoudige mensen aangevoeld dat er aan ons godsbeeld iets te kort was: dat het eenzijdig mannelijk was. Daarom noemen wij sinds kort God zowel Vader als Moeder..
Zij voelen aan dat God pas “volledig” is, als zijn “Moeder-zijn” ook tot uiting kan komen, niet in abstracte woorden, maar ook in “IEMAND”
Die iemand is Onze lieve vrouw, ze is als het ware een “doorkijk “ op onze lieve God. Zij toont ons; wie God is en hoe God is. Zij is beeld en gelijkenis van God.
Heel haar leven: van bij de geboorte van Jezus tot bij zijn kruisdood, die schandelijkste straf, voorbehouden aan criminelen en geminachte vijanden. heeft Maria intens meegeleefd, ze is van geen pijn gespaard gebleven.
Maria is het model van de zorgzaame moeder die haar kinderen niet in de steek laat, hoe uitzichtloos de toekomst ook mogen zijn. Vanuit de pijn die zij heeft geleden, heeft zij een hart, voor allen die lijden.
Vandaag vieren wij de heerlijke thuiskomst van Maria: de trouwe dienstmaagd van de Heer. Wij vieren haar thuiskomst in het liefdevolle mysterie van God en haar Zoon Jezus. Maria ten hemel opgenomen.
Als wij aan de hemel denken, denken wij spontaan aan een plaats.
Maar de hemel is geen plaats. De hemel is een relatie.
De hemel is het beleven van Gods liefdevolle nabijheid en de liefdevolle nabijheid van onze geliefde heiligen.
De hemel is: opgenomen worden in de “vrede en vreugde van God”
De hemel is een beetje “god” mogen zijn. Niets dan liefde mogen zijn en dit voorgoed.
Ik had het voorrecht het feest van Maria in Gods liefde opgenomen te mogen beleven samen met de Congolezen.
Deze eenvoudige mensen hadden geen enkel probleem met de hoofdbetekenis van dit feest. Zij konden zich niet indenken dat Jezus en Maria zouden gescheiden blijven. Zij waren zeker dat ze weer samen waren in de verheerlijking. Zij vonden het feest van Maria in Gods liefde opgenomen, een logisch gevolg van het feest van Onze Lieve Heer Hemelvaart. Zo zijn Jezus en zijn moeder voor altijd samen in Gods liefde.
Maria thuisgekomen en verheerlijkt in Gods liefde
Maria door generaties gelovige mensen geéérd: liefde gaf u duizend namen.
Waar men gaat langs Vlaamse wegen, komt men zoveel Maria kapellekes tegen.
In de meimaand bidt men tot Maria bij die kapellekes. Men steekt een kaars op en bidt samen met Maria om hulp en troost.
Een sterke religieuze ervaring in Lourdes is de kaarsjesprocessie: honderden mensen die daar samen bidden, er gaat een kracht van uit.
Toch moeten wij benadrukken: Maria heeft zelf nooit gewild dat wij haar, in ons leven een belangrijker plaats zouden geven dan God zelf of haar Zoon Jezus Zij heeft nooit gewild dat wij haar zouden aanbidden. Maar Maria is altijd blijven verwijzen naar Gods liefde die wonderen doet, dikwijls zelfs bij middel van mensen.
Op dit feest van Maria, kunnen wij vandaag niet beter doen, dan samen met haar het Magnificat bidden. In deze geloofsbelijdenis van Maria loven en danken wij God, en wij vertrouwen erop dat God recht zal doen aan de rechtelozen. Maar dat kan God niet alleen doen. Daarbij heeft Hij mensen nodig die in alle eenvoud mekaar dienen. Mensen zoals de jonge Maria, die de oudere Elisabeth gaat helpen. En al die mensen, die voor anderen een stukje hemel op aarde maken. Ook zij zullen opgenomen worden, in Gods alles omvattende liefde.
Wie zelf hemel maakt, zullen zelf hemel krijgen. Want zo heeft Maria, onze hemels moeder dat voorgedaan.
Ik wens u allen, en speciaal de naamgenoten van Maria, een fijne feestdag, en aan alle moeders een warme moedertjes-dag!
Pater Stan
19de ZONDAG doorheen het JAAR
Een Vlaams spreekwoord zegt: “Tegen de dood is geen kruid gewassen”. Koortsachtig zoekt de geneeskunde naar middelen om het menselijk leven te verlengen, geneesmiddelen tegen het ouder worden. Sinds mensenheugenis zoekt men naar een levenselixir. Mensen willen altijd langer leven. Maar de sterfelijkheid zit in de wortels van ons mens-zijn. We dragen de dood in ons bloed en niemand kan ons daarvoor behoeden. Ons leven is vergelijkbaar met een kaars die, zodra ze is aangestoken, verder brandt en helemaal verteert. En tijdens het laatste avondmaal geeft Jezus zichzelf als voedsel om eeuwig te leven. Ik wil proberen aan de hand van een voorbeeld dit wat duidelijker te maken aan de hand van twee voorbeelden:
a) Als een man die voor zijn vrouw die jarig is rozen gaat kopen in een bloemenwinkel, dan hebben die rozen een materiële waarde: een geldelijke waarde. Maar als ze mooi ingepakt door hem, aan haar gegeven worden, met een lieve kus, dan zijn die rozen veranderd, in een geschenk, dat een teken is van zijn genegenheid voor haar. En als de man niet thuis is,en zijn vrouw kijkt naar de rozen, dat weet zij dat hij er voor haar is. Dan wordt zijn liefde belichaamd in die rozen. Dan is hij persoonlijk aanwezig in haar hart.
b) Een man vertelde over zijn moeder, die zeer oud geworden was. Toen ze wist dat ze niet lang meer zou leven, had ze haar kinderen op een zondagnamiddag samen geroepen. Ze had deze keer zoals ze altijd deed op de feestdagen een krentenbrood gebakken, zoals alleen zij dat kon. Ze had het gekneed en gebakken met al haar laatste krachten en met al haar liefde. Ze zei: ”Ik heb het nog een keer willen doen,voor jullie opdat je aan mij zou blijven denken “. Kort daarna is ze gestorven. En telkens als we nu samenkomen met de hele familie, bakt de oudste dochter krentenbrood zoals moeder. Dan voelen we dat ze aanwezig is en ons inspireert om gedienstig te zijn voor mekaar.
Wat die vrouw deed, geeft ons een idee, een impressie van wat Jezus deed voor ons op het laatste avondmaal. Maar de reële aanwezigheid van Jezus in het brood en de wijn en zijn bezieling tot uiterste dienstbaarheid is nog veel sterker.
Tijdens het laatste avondmaal heeft Jezus heel zijn liefdevolle inzet tot het uiterste, heel zijn leven samengevat in een heilig teken. Jezus zei: “Zoals dit brood gebroken wordt, zo heb ik mijn leven gebroken”. Hij nam brood brak het en zei: “Neemt en eet, dit ben ik voor jullie, mijn leven gebroken en gegeven. Blijf dit doen: uw leven breken en delen, opdat allen zouden leven “.
Na dit gebaar van Jezus en zijn woorden, is Jezus echt aanwezig in het brood. Het brood is geen brood meer om de maag te vullen. Het is meer dat iets materieels. Als wij met eerbied en geloof dit brood eten, voeden wij ons met Jezus levenskracht en met Jezus inspiratie om dienstbaar te leven zoals Hij.
Uit zijn kracht kunnen wij het volhouden lief te zijn voor onze huwelijkspartner, voor onze kinderen, voor onze collega’s op het werk, en kunnen wij ons inzetten om nog wat vrijwilligerswerk te doen. Uit Jezus’ kracht behouden wij de hoop om verder te leven zoals Jezus, de dood voorbij.
Eigenlijk is elke mens een mysterie: ook al leven we met de schaduw van de dood, toch dragen wij reeds nu, de kiem van eeuwig leven in ons. Wat we zien en ervaren is vergankelijkheid, maar we geloven en hopen, dat onze ingeboren kracht om lief te hebben, sterker zal worden, groeien tot een manier van leven, dienstbaar zoals Jezus. En wij geloven dat al wie zoals Jezus, zijn leven breekt in liefdevolle attenties, zal verder leven, zoals Hij verder leeft. Wij wensen het mekaar.
Pater Stan
17de ZONDAG doorheen het Jaar
Als je een taart verdeelt onder 8 mensen, krijgt iedereen een voldoende groot stuk. Maar als je dezelfde taart verdeelt met 16 mensen, is het deel dat je ontvangt heel wat kleiner. Volgens de logica van de wiskunde wordt iets wat je deelt minder. Maar volgens de logica van het evangelie wordt iets wat je deelt niet minder, maar meer. Dit blijkt uit het evangelie van vandaag.
Een grote menigte is Jezus gevolgd omdat Hij wonderen doet en zieken geneest. Maar Jezus wil helemaal geen wonderdoener zijn. Hij geeft een teken dat we ons brood en ons leven moeten delen met onze medemensen.
De leerlingen van Jezus maken zich zorgen over zo’n massa mensen, die Jezus blijven volgen. Waar zullen zij voedsel halen, om zoveel mensen te eten te geven ? Nu is er een jongen, die het probleem aanvoelt, niemand heeft hem iets gevraagd, maar hij wil er iets aan doen: in al zijn edelmoedigheid geeft hij alles wat hij heeft meegebracht aan de apostelen: vijf broden en twee vissen. Met grote dankbaarheid neemt Jezus de broden en de vissen aan. Hij zegt een dankgebed, breekt het brood en geeft het aan zijn leerlingen om het verder te breken en uit te delen aan de mensen. En wat er toen eigenlijk gebeurd is, vertelt het evangelie niet precies. Bijbelspecialisten zeggen ons: toen de jongen en ook Jezus alles uitdeelden wat ze bezaten, hebben de volwassenen, in dit edelmoedig gebaar begrepen, dat de proviand die zij, tot nu toe zorgvuldig voor zichzelf hadden bewaard, beter met mekaar konden delen. En het werd een golf van medeleven. Jezus leerlingen waren getuige: waar delen zich vermenigvuldigt, daar was er voor ieder genoeg, er was zelfs over. Wanneer wij vandaag de geweldige nood zien in onze wijde wereld, maar ook de zorgen in de kleine wereld om ons heen, voelen wij ons vaak klein, zoals die kleine edelmoedig jongen. In ons eentje hebben wij zo weinig, om die onmetelijke noden op te lossen. Maar als iemand het initiatief neemt, zoals die jongen en Jezus het deed in het evangelie, kan er ook vandaag, zoals we zagen bij de overstromingen, met vele kleine bijdragen een wonder van solidariteit plaatsvinden. Dat kun je ook zelf zien en beleven, als je een eenzame bezoekt: ook al kom je letterlijk en figuurlijk met lege handen, en doe je niets dan luisteren, wanneer hij zijn belevenissen kan vertellen, zie je door zijn tranen de glimlach en de opluchting, je deelt samen leven. Een gesprek, een hartelijk woord, een moment van aandacht voor een zieke, brengt soms meer goed te weeg dan we kunnen vermoeden. Want een mens die waardering ondervindt, gaat zelf op een andere manier om met mensen. Zo vermenigvuldigt het goede. Lieve mensen, mag ik jullie uitnodigen: wat we hebben en zijn : te breken en te delen met mekaar. Ook al is er misschien voor zo’n houding in bepaalde kringen weinig waardering. Het evangelie zegt : in de mate wij ons leven durven breken en delen, leven wij echt in de gezindheid van Jezus. En met hoe weinig wij ook voor de dag komen, wanneer het met een goed hart gegeven is, is het altijd genoeg, want het maakt mensen beter en het is vruchtbaar.
En zo lieve mensen, is de boodschap van dit evangelieverhaal: delen is niet verminderen, maar delen is vermenigvuldigen. Delen werkt aanstekelijk bij goede mensen.
Pater Stan
15de ZONDAG doorheen het JAAR
Vakantie! Het laat ons dromen van zonnige stranden of mooie vergezichten, van lekker ontspannen of toch maar inspannen tijdens bergwandelingen of fietstochten.
Maar één ding is zeker, op vakantie gaan doe je niet onvoorbereid: de reis plannen, het verblijf zoeken. We zijn er vaak al maanden op voorhand mee bezig.
En als het dan zover is, je koffer pakken. Niet onbelangrijk. Wat neem je mee? Meestal veel te veel. Je wil er toch goed uitzien! Niet alle dagen in dezelfde outfit gezien worden, wat zouden de mensen wel zeggen. Misschien toch nog snel iets nieuw kopen.
In het evangelie van vandaag hoorden we iets heel anders. Jezus stuurt zijn leerlingen erop uit. Zomaar, onvoorbereid, niet met een volle koffer kleren of voedsel, niet met een lijst van adresjes waar ze konden eten of slapen. Ze moeten maar zien waar ze terecht komen, ze moeten maar vertrouwen op de goodwill van de mensen die ze tegenkomen onderweg.
Soms zou je gaan twijfelen aan het gezond verstand van Jezus.
Het lijkt logisch dat Jezus zijn leerlingen, na een degelijke vorming,
wilde uitzenden om de Blijde Boodschap verder uit te dragen.
Maar vreemd genoeg
zond Hij zijn leerlingen een eerste keer twee aan twee uit,
toen ze nog maar een paar maanden in zijn gezelschap vertoefden.
Toen hadden ze van Jezus’ Boodschap nog niet veel begrepen.
Waarom stuurde Hij hen dan op pad als weerloze schapen tussen de wolven?
In de eerste lezing gebeurt net hetzelfde.
Amos, een vijgenkweker en veehoeder,
wordt ‘zomaar’ van achter zijn beesten weggehaald
om als Gods profeet in Israël op te treden.
Natuurlijk had de man er de capaciteiten niet voor,
en werd hij dus ook niet au serieux genomen.
Waarom doet God niet veeleer een beroep op mensen
die zijn Boodschap grondig bestudeerd hebben?
Of is God verkondigen,
niet zozeer een kwestie van weten,
niet zozeer een kwestie van woorden,
maar een kwestie van zijn en doen…?
In deze tijd van drukte, van prestatie en drang, van eenzaamheid en ongeluksgevoel zendt Jezus ook ons uit. En nu denk je misschien: Wie zijn wij dan? Wat moeten we vertellen, weten wij het dan beter? Wij zijn geen apostelen of profeten, wij worden dus niet uitgezonden.
Maar dan denk je fout, want wat voor de apostelen geldt, geldt ook voor ons. Ook wij worden dus uitgezonden om te getuigen van Gods liefde, om te luisteren naar het geluk, maar ook naar de pijn van onze medemensen, om te helpen wie in nood is.
De apostelen mochten bij hun zending geen geld, geen voedsel, geen reiszak, geen dubbele kleding meenemen, en ze moesten ook nergens te lang blijven hangen, nee, ze moesten hun tocht verder zetten om te getuigen van Gods liefde, om duivels uit de drijven en zieken te zalven. Dus moeten ook wij niet pronken met geld en bezit, en moeten we er zeker niet op uit zijn indruk te maken door over onszelf te praten. Wat we wel moeten doen is oprechte en bezorgde aandacht hebben voor onze medemensen in deze moeilijke tijden, duivels van eenzaamheid uitdrijven, zieken bezoeken en luisteren naar hun verhalen van pijn en verdriet. En liefde en vrede uitstralen, zoals Jezus dat deed.
Zusters en broeders, stel je voor dat ik op het einde van de viering zeg dat je twee aan twee uitgezonden wordt. Misschien zouden velen onder u zogezegd niet eens gehoord hebben wat ik zeg, en zouden anderen zich afvragen: Wat moet ik me daarbij voorstellen? Het antwoord is: je moet luisteren naar je medemensen, en als het nodig is getuigen dat ze niet ongelukkig moeten zijn, want dat ze er niet alleen voor staan, omdat God er ook voor hen is in moeilijke dagen. Ook in deze tijd van druk, druk, druk, van eenzaamheid, corona, ongemakken en armoede is God aanwezig, en Hij is er voor alle mensen, want allen zijn ze zijn geliefde kinderen. Die Blijde Boodschap mogen we uitdragen.
We denken dan misschien wel, wat haalt het allemaal uit. Zie ons hier zitten. Een klein groepje maar.
Dat vond ook een Portugese zeepfabrikant toen hij tegen een priester zei:
‘Het christendom heeft niets bereikt. Het wordt al tweeduizend jaar verkondigd,maar de wereld is er niet beter op geworden.
Er is nog steeds zoveel kwaad en er zijn nog steeds zoveel harde egoïstische mensen.’
De priester wees op een buitengewoon vuil kind,dat op straat in de modder speelde, en merkte op: ‘Zeep heeft niets bereikt.
Er is nog steeds modder en nog steeds zijn er smerige mensen op de wereld.’
‘Zeep’, zei de fabrikant, ‘helpt alleen als het aangewend wordt.’
‘Christendom ook,’ antwoordde de priester.
Greet Keerse.
14de ZONDAG doorheen het JAAR.
‘Mensenkind, sta op, zodat ik tegen je kan spreken’. Dat krijgt Ezechiël te horen. Hij is met zijn volk mee vertrokken in ballingschap en de situatie biedt dus maar weinig uitzicht. Hij krijgt meteen ook een opdracht mee: een boodschap gaan brengen aan een volk dat weerbarstig is, en niet openstaat voor Gods liefdesaanbod: daar ligt ook de oorzaak van de ballingschap. Zijn taak is niet voor de hand liggend: er zijn prettiger zendingen voor te stellen…
Gods woord doet opstaan, verrijzen uit alles wat ons neerhaalt, ons gevangen houdt, het haalt weg uit schrik uit zonde en al wat leidt tot de dood. Hij spreekt niet met een mens die verslagen neerligt.
God wil spreken van aangezicht tot aangezicht, met een mens die rechtop staat, zoals het volk in Egypte voor de uittocht, klaar om te vertrekken. Het woord is altijd een woord dat uitstuurt het is niet vrijblijvend…
Paulus zit evenmin in een comfortabele situatie. Hij spreekt van een ‘doorn in het vlees’, zonder verder te verduidelijken wat hem altijd heeft gehinderd. Driemaal heeft hij gebeden om die doorn weg te nemen, zoals Jezus in de Olijfhof ook driemaal gebeden heeft om die kelk te laten voorbijgaan. Wel had Paulus overal waar hij kwam af te rekenen me orthodoxe Joden die er op zijn minst niet mee opgezet waren dat hij de boodschap van Jezus openstelde voor mensen uit het heidendom; zo kreeg hij herhaaldelijk tegenkanting, werd hij bedreigd en moest hij op de vlucht gaan.
Maar dat kon hem niet klein krijgen: daar was zijn vertrouwen in zijn Heer veel te groot voor, want die had hem geantwoord: ‘Je hebt genoeg aan mijn genade, Mijn kracht wordt juist volkomen zichtbaar in jouw zwakte’ . Daarin vindt Paulus de kracht om te weerstaan aan beledigingen, ellende, honger en en vervolging. ‘Christus geeft mij vreugde in mijn zwakheid, want als ik zwak ben, dan ben ik sterk’.
In net evangelie van vandaag speelt Jezus een ’thuismatch’ Als een voetbalploeg voor eigen publiek speelt, dan kan ze normaal op stevige aanmoedigingen rekenen. Maar als het gaat om de Blijde Boodschap dan kan het wel eens anders uitmeten; Hij stoot op verbazing, de mensen kunnen er niet bij: die man kennen wij toch! Dat is toch de zoon van de timmerman! Dat is er toch een van ons, waar haalt hij het dan vandaan om hier de les te komen spellen en uit te pakken met die nieuwe ideeën?
Jezus botst dus op onbegrip. Op dieper liggende weerstanden waarbij rationele argumenten geen doorbraak kunnen forceren. Soms kan er iets in de weg zitten dat ons dan afsluit voor welke boodschap ook, dan wordt het een onredelijke boosheid die niet te doorbreken valt. Sint-Jan vertelt er over in de aanhef van zijn evangelie: ‘Hij kwam in de wereld, maar de zijnen namen Hem niet aan’.
Jezus moet er uit besluiten: niemand is profeet in zijn eigen stad’ De evangelist noteert er bij: ‘Hij kon daar geen wonderen doen, omdat Hij geen geloof vond’. Er is een basishouding van geloof en openheid nodig om het wonder een kans te geven, om tot geloof te kunnen komen.
Jezus is gekomen als een der onzen, Hij draagt in het dagelijks leven niet zoiets als een heiligenaureooltje om zijn hoofd dat Hem herkenbaar maakt. Hij kan, als bewijs van zijn zending geen pasje op tafel leggen zoals de man van de gas-of watermaatschappij. Hij heeft alleen zijn woord en de waarheid, zijn nauwe band met de Vader en diens liefdesaanbod. Wie dat niet met een open hart kan herkennen en ervaren, komt er niet, die mist een klankbord..
Drie figuren met een zending, drie boodschappers die geen gehoor vinden. Drie momenten in de heilsgeschiedenis, het verhaal van God met zijn volk Het rijk Gods wordt niet altijd op applaus onthaald.
Bert Taeymans
13de ZONDAG doorheen het JAAR
“Mijn dochter is ziek”: hoe dikwijls zou God deze vraag al niet gehoord hebben? Ontelbare keren hebben de mensen geschreid en geroepen om God: ” doe dan toch iets”. Jaïrus, staat hier voor elke vader en elke moede, die om hulp smeekt. De genezing van het dochtertje van Jaïrus is een typisch genezingswonder. Het kind was volgens hen ongeneeslijk ziek. Dus riepen mensen op God. Vanwaar kon je anders nog hulp verwachten ? Deze simpele uitspraak maakt mensen vandaag heel sceptisch. Vandaag stellen gelovigen en ongelovigen hun hoop op de medische wetenschap, maar wij blijven geloven dat elk genezen een teken en een actie is van Gods levende liefde. Als je een ziekenhuis binnenstapt, vindt je er vele zware zieken. Je merkt op : Hier wordt zeer veel voor de mensen gedaan. En dat wordt steeds maar beter fijner en accurater. In vele gevallen zegt het medisch korps: “Talita koem”: meisje sta op en ze gaat met haar ouders naar huis. Maar hier steekt Marcus zijn hand op en vraagt om een interventie : hij zegt: “genezen is niet een bloot materieel feit, in elk genezing toont God, door mensenhanden en door menselijk vernuft Zijn menselijkheid. Daar heeft de moderne mens het heel lastig mee. Hij wil afrekenen met het mirakel God. De wetenschap toont ons hoezeer een verre en afstandelijke God voor ons een grote vreemde is geworden. Welnu dat verdient God niet. Dat verdient de mens niet. Dat verdient ook de wetenschap niet ziekenhuizen zijn een vindplaats van God. Het is letterlijk godgeklaagd dat er tussen geloof en wetenschap een zo diepe kloof is ontstaan. Dat zou echt niet mogen zijn. Geloof en wetenschap zijn elkaars partners. Indien ze uiteen gegroeid zijn is ofwel de wetenschap fout, ofwel het geloof, ofwel zijn ze het allebei. Daarom is het belangrijk een genezingswonder goed te lezen. Marcus zegt niet dat het dochtertje van Jaïrus zomaar opnieuw kan lopen en eten. Marcus zegt dat God mensen wil genezen, tot opstanding brengen en dat God zich daarin verheugt. Zo wordt de liefde van God concreet in de vernuftige geneeskundige diagnose en handelingen, in de liefdevolle zorgen van specialisten, dokters, en verpleegsters en verplegers: genezers doen goddelijk werk. Sommigen kunnen dat moeilijk geloven, want zij geloven nog te veel in een hocus pocus-God. Dit beeld van God is een aanfluiting van wat Marcus bedoelt. Volgens Marcus is de genezende hand van de mens het verlengde van Gods helende hand. Onlangs zei me een verpleegster: “Ik vind God op mijn dienst”. Dat is de evangelische logica. Hier beseft de mens hoe goddelijk goed hij kan zijn, met zijn tedere en helende handen, zelfs als die goedheid vandaag wordt afgelezen van een computerscherm, en zijn dienst technologisch wordt gestuurd. En lieve mensen, telkens een zieke het ziekenhuis verlaat, kan lopen en eten, is dat een grote vreugde voor God.
Pater Stan
11de ZONDAG doorheen het JAAR
In een parabel vertelt Jezus ons: “het Rijk van Gods liefde is als het zaad dat de boer zaait op zijn land, hij slaapt en staat op, en ondertussen kiemt het zaad uit eigen kracht, het schiet op, maar de boer weet niet hoe”. En Jezus vertelt nog: “Het Rijk van Gods liefde, is ook als onooglijk klein mosterdzaadje dat uitgroeit tot een boom, waarin de vogels komen nestelen”. En zoals de boom voor de vogels die daar voor kiezen, gastvrijheid geborgenheid en vrijheid biedt, zo zal ook het Rijk van Gods liefde, heel gastvrij de mensen vrijheid en geborgenheid aanbieden.
Bij een eerste wat oppervlakkige kijk, zien wij dat Rijk van Gods liefde niet zoveel: omwille van corona, zijn mensen van een stuk vrijheid beroofd, en zij zijn daar niet blij mee. Velen vielen zonder werk, mensen worden minder verdraagzaam, en dikwijls is het niet de liefde maar geld dat belangrijke motivator is. Opdat die nieuwe samenleving er zou kunnen komen vraagt Jezus van ons dat wij zouden zaaien: dat we het goede woord zouden spreken en de goede daad zouden stellen en dat wij dan geduld en vertrouwen zouden hebben.
Maar ongeduldig als we zijn, willen wij de vruchten van ons werk zo vlug mogelijk zien. Wij kunnen zo moeilijk wachten en ook de natuur en de mensen hun tijd gunnen. Wij leven in een tijd van instant-koffie, instant-soep, instant-foto, eten kant en klaar kopen even in de microgolf en je kunt consumeren. Ons leven is grotendeels zo ingericht, dat wij maar op een paar knopjes hoeven te drukken: knop van het licht, van de koffiezet, van de vaatmachine, en de garagepoort, op deze manier hebben wij het wachten afgeleerd.
Maar er is een maar, de diep menselijke problemen worden op die manier niet opgelost. Wij kunnen onze eigen problemen niet oplossen met op een knopje te duwen. Je kunt je kinderen niet opvoeden door op een knopje te duwen.
Je kunt je man of vrouw niet leren kennen door op een knopje te duwen.
Alle dingen die in het leven de moeite waard zijn, vragen werk, maar ook veel geduld en uithoudingsvermogen.
Als je een boom plant, moet je kunnen wachten totdat hij vruchten draagt
In deze parabel zegt Jezus dat God kan wachten. Hij vraagt geen direct resultaat Terwijl de boer slaapt groeit het zaad.
De boer weet niet hoe. Het groeien ligt niet in de macht van de boer.
Wij moeten ook kunnen wachten en geduld hebben met onszelf, met de anderen
Als ouders proberen het evangelie te beleven voor hun kinderen en het draagt niet zo direct vruchten, of niet de vruchten die zij hadden gewenst, dan mogen zij erop vertrouwen dat alles wat zij aan goeds hebben meegegeven, vroeg of laat zal het ontkiemen.
Zo moeten wij ook geduld hebben met de gelovige gemeenschap. Ook het rijk van God groeit als zaad dat ontkiemt, terwijl de boer slaapt
Dat wil b.v. zeggen: Als er in onze kerk nieuwe inzichten groeien, zoals over de taak van de vrouw in de kerk, zoals over het celibaat, inzichten die meer mensen geschikt maken voor het dienstwerk in de kerk, dan zal deze groei niet door mensen of instellingen kunnen geforceerd worden, maar ook niet door mensen of instellingen kunnen tegengehouden worden.
Ik denk dat God een nieuw twijgje aan het planten is bij ons. Niet meer die sterke, machtige kerk van vroeger, maar nederige kleine gemeenschappen, die getuigen van hun geloof door echt ten dienste te staan van hun medemensen. En dan is onze bijdrage: de grond klaar te maken en te zaaien: met het zaad van een goed woord, een troostvol bezoek, iemand vergeven, opkomen voor zwakke mensen. En we mogen zeker zijn, het goede dat wij doen zal vruchten dragen.
Pater Stan
Familie van Jezus :Marcus : 3, 20-35
De mensen van Kafarnaüm willen Jezus zien horen en aanraken. Jezus is werkelijk overvraagd. Ze gunnen Hem zelfs geen tijd om te eten. Vooral Jezus verwanten zijn heel bezorgd over Hem. Hij lijkt zwaar overspannen. Er werd zelfs gezegd dat Hij niet altijd bij zijn verstand was. Daarom heeft de familieraad beslist Jezus naar huis te halen. Daar zou Hij zich moeten aanpassen aan het gewone leven in het dorp van Nazareth. En omdat de mannen het zo beslist hadden, zou zijn moeder meegaan. Maria echter wist hoe gedreven Jezus was, om het Rijk van Gods liefde zichtbaar te maken, en daarom vermoedde zij sterk dat Hij niet mee zou komen. Ondertussen had ook de hoge raad van Schriftgeleerden een onderzoekscommissie gestuurd, om het doen en laten van Jezus te onderzoeken. Het eindrapport liegt er niet om: “Deze Jezus is bezeten van de duivel, en moet met alle mogelijke middelen bestreden worden. De dag dat Maria en de andere familieleden bij Jezus waren toegekomen, was Jezus zo omringd van het volk, dat het onmogelijk was om bij Hem te geraken. Daarom vroegen ze aan iemand van ter plekke, bij Jezus te gaan en Hem te zeggen: “Uw moeder en broers zijn aangekomen en zouden U graag spreken Maar Jezus komt niet, en dat is heel straf, en Hij zegt: “ Wie is mijn moeder, wie zijn mijn broers en mijn zussen“? En terwijl Hij naar zijn leerlingen kijkt zegt Hij: “Mijn moeder, mijn broers en zussen, zijn zij die naar het woord Gods luisteren en er naar handelen“. Met deze woorden spreekt Jezus klaar en duidelijk over zijn nieuwe familie. En het komt er niet op aan of je bloedverwant bent met Jezus, het komt er niet op aan of je van dezelfde origine bent, dezelfde taal spreekt of dezelfde kleur bent als Jezus. Jezus heeft een hart dat wereldwijd openstaat. Hij voelt zich universele broeder van elke mens die het Woord van God wil horen en ernaar wil handelen. Voor Jezus zijn pas zij echte familie, die zich echt inzetten voor het Rijk van Gods liefde.
Toen Maria dit antwoord van Jezus vernam, glimlachte ze fijntjes in haar binnenste. Zo had zij het aangevoeld. Eigenlijk zegt Jezus tegen Maria maar dan zonder woorden: dat haar echte grootheid niet haar fysisch moederschap is, maar haar bereidheid om met God samen te werken. En dat heeft Maria gedaan, ze heeft ook die geest van samenwerken met God doorgegeven aan haar zoon. Nog tijdens Jezus leven, komt die nieuwe gemeenschap, die nieuwe familie, van mensen die het Woord Gods beleven, stilaan op gang . Zoals bijvoorbeeld in Kafarnaüm, met die gulle en gedienstige schoonmoeder van Petrus, wordt de blijde en bevrijdende boodschap en die nieuwe familie concreet ervaren. Ze voelen zich verantwoordelijk voor mekaar en de omstaanders zeiden “zie, hoe ze van mekaar houden, ze hebben alles in gemeenschap”.
En toen Jezus geloof opmerkte bij de heidenen, heeft hij als universele broeder, ook voor hen, genezingen gedaan.
Lieve mensen, de meesten van ons zijn bij ons doopsel lid geworden van die nieuwe Jezus -gemeenschap: de kerk. Bij ons doopsel waren we te klein om de waarde van het doopsel en waarde van die nieuwe familie in te schatten. Ik hoop maar dat je tijdens je jeugdjaren, van je gelovige ouders, of tijdens de voorbereiding op het Vormsel, hebt mogen ervaren: dat die Weg van Jezus: nl. lief en gedienstig zijn voor mekaar, dat dit een goede weg is, die deugd doet en gelukkig maakt.
Ik hoop dat je persoonlijk beslist hebt, om die weg van Jezus te blijven gaan, en samen met de andere christenen, uw steentje bij te dragen, in de uitbouw van die nieuwe familie. In de mate je daaraan meewerkt, kan het je leven echt zinvol en gelukkig maken.
Pater Stan
7de PAASZONDAG.
Gans zijn leven heeft Johannes nagedacht over het mysterie van de persoon Jezus, en toen hij oud geworden was, heeft hij zijn inzichten neergeschreven in zijn evangelie. Niet als een historisch verslag of een levensgeschiedenis Hij geeft een dieptezicht op het leven van Jezus en zijn leerlingen. Johannes benadrukt dat al wat Jezus heeft gezegd, dat Hij dat consequent heeft gedaan. En dan op het einde van zijn leven, geeft Jezus als het ware in zijn testament, wat Hij echt belangrijk vindt. Hij spreekt dat uit in de vorm van een gebed.
Jezus bidt: ”Vader, behoed mijn leerlingen, dat ze één en éénsgezind mogen blijven, zoals Ik en U Vader één zijn. Dat ze niet door ruzie en meningsverschil uiteen zouden vallen. Behoed hen voor de macht van het kwaad. Bescherm hen voor de geest van winstbejag. Behoed hen: wat er ook gebeuren moge, dat zij altijd met Mij en met mekaar verbonden mogen blijven. Dat zij blijven getuigen van Gods liefde, en meewerken aan de droom van een hartelijke en warme gemeenschap. En inderdaad dat hebben de apostelen gedaan. En er zijn vandaag nog mensen die getuigen van Gods liefde, door belangloos zich in te zetten voor de anderen
– Er zijn jongeren die zich uit liefde gratis inzetten voor de jeugd, ze doen vrijwilligerswerk voor de chiro de scouts of op de spelpleinen.
– Er zijn mensen die zich belangloos inzetten voor zieken, of zorgen voor vluchtelingen.
– speciaal in deze corona-tijd, hebben wij gezien, dat liefde mensen uittilt boven hunzelf.
Mag ik u iets vertellen over Augustinus, die na een losbandig leven, zich bekeerde en zelfs bisschop werd van Hippo, in het huidige Algerije. Na zijn bekering begon hij steeds meer de nadruk te leggen op de liefde. Op zekere dag hield hij een toespraak voor zijn studenten, midden in de zin hield hij plots op, keek naar de grond en zei niets. Het was muisstil. Iedereen zat gespitst te kijken wat er zou gebeuren en toen zei hij: “Alles wat wij hebben, hebben wij gekregen, uit onszelf hebben wij niets”. Wat heb ik uit mijzelf bijgedragen aan de gemeenschap? Zeer weinig was het antwoord. En Augustinus vervolgde: “Wij leven vanuit de gratis liefde van God, uit de gratis liefde van goeie mensen, die begrepen hebben, dat wij slechts kunnen leven, vanuit die zichzelf vergeten liefde voor mekaar. Het is onze opdracht, om de liefde die wij gratis hebben gekregen om die gratis door te geven.Mag ik besluiten met een getuigenis van een moeder: Zij zegt: Als gehuwde moeder van vier kinderen , werk ik fulltime als leraar aan de universiteit.
“Als geëngageerde gelovige wil ik mijn leven omschrijven als dienen in gratuïte liefde ,zoals Jezus heeft voorgedaan. Gevoed vanuit persoonlijke ervaringen en door een maandelijkse bijeenkomst in een bijbelgroep, baande mijn geloof zich een eigen weg. Ik beschouw mijn leven als een leerschool van liefde, als een blijvend proces om steeds fijner lief te hebben. Jezus is ons voorbeeld van een liefde die tot het uiterste gaat. Als moeder in een groot gezin is er volop gelegenheid om de liefde te beleven. Ik tracht het beste van mijzelf te geven aan mijn kinderen, opdat ze zouden opgroeien tot gelukkige mensen met een eigen zending. Veel moeilijker is het, deze liefde in concrete daden om te zetten in mijn academische werkomgeving. Het verwerven van prestige, macht en geld, speelt er een veel grotere rol dan in familiale kring.” Tot daar haar getuigenis.
Goede mensen, wij doen ons best om lieve mensen te zijn, toch hoop ik, dat wij eenvoudig genoeg zijn, om in te zien, dat onze liefde gehandicapt is, en dat wij tijd moeten maken om te bidden, om onze liefdes-batterij op te laden, om dan weer liefde te kunnen doorgeven. Je kunt dit wel geloven, maar nog beter is om het zelf te ervaren.
Pater Stan
6de PAASZONDAG.
De lezingen van vandaag spreken over liefde.
Liefde is de kern van elke menselijke verhouding en van de menselijke gemeenschap. Niets wordt zo bezongen, beschreven, geschilderd, verfilmd en op toneel en in diverse media gebracht als de liefde. En toch mislukt de liefde regelmatig: ( zelfs of nog eerder bij rijke mensen, ik denk aan Bill Gates.)
Hoe zou dat komen? Ligt het aan de misleidende tv-programma’s als blinde liefde, of Temptation Island, programma’s die de liefde herleiden tot koopwaar, of tot een verhouding waar je u niet moet engageren?
Ligt het aan de zoektocht naar avontuur? Of ligt het gewoon aan onze menselijke zwakheid, die heel graag krijgt, maar veel minder graag geeft. Is liefde voor velen misschien een krijg-woord, en geen doe-woord? Liefde is een doe-woord van luisteren en begrijpen, meedenken en meevoelen meelachen en meehuilen, van geven en de mooiste vorm van geven: vergeven. En Jezus zegt daarop:“Er is geen groter liefde dan je leven geven voor je vrienden”. En daarmee drukt hij meer dan gelijk wie de kern van de liefde uit. Dat wil niet zeggen dat wij moeten sterven op het kruis. Dat wil wel zeggen dat we ons leven niet helemaal aan onszelf, maar ook aan anderen moeten besteden. Dat we niet voor onszelf leven, maar voor ons gezin, onze familie, onze medemensen. Alleen als we dat doen, zullen wij ons daarbij goed voelen. En Jezus zegt nog: Dit is mijn opdracht : “Heb mekaar lief, zoals Ik u heb liefgehad “, dan bedoelt Jezus niet dat de liefde een commando is, of een koude verplichting. Liefde is geen kwestie van moeten, uiteindelijk is liefde altijd een geschenk. Liefde is graag zien ,en graag doen, om de andere gelukkig te maken : een paar voorbeelden in corona-tijd:
- Een oudere buur aanbieden om voor hem of haar boodschappen te doen.
- met iemand afspreken om een wandeling te doen.
- een kaartje schrijven, een mailtje sturen.
- een cadeau of een bloempje afgeven aan de deur.
- een compliment en creatieve attenties geven.
Dat alles is liefde doen.
Tenslotte, als we liefhebben zoals Jezus, dan is onze liefde belangloos .
Maar eigenlijk beminnen wij onze partner, onze ouders, onze kinderen, onze vrienden of vriendinnen ,omdat ze goed zijn voor ons. Bij Jezus ligt dat dikwijls in omgekeerde volgorde. Hij bemint eerst en daardoor wordt iemand goed. Hij bemint Zacheüs, en daardoor bekeert deze zich en geeft de man de helft van zijn bezit aan de armen. Hij bemint Petrus, die Hem tot drie maal verloochende ,en Petrus wordt een rots van geloof. Hij bemint een uitgestoten melaatse, en die man hoort weer bij de gemeenschap. En zo kunnen we door gaan. Jezus liefde maakt iemand goed.
Lieve mensen, God heeft de mensen niet geschapen om een speeltje te hebben waarmee Hij zich kan amuseren. God heeft de mens geschapen om hem lief te hebben, zoals hij is, met goeie en minder goeie kanten. Zoveel gebeurt er, dat mensen God negeren., niet liefdevol zijn voor mekaar, mekaar onderdrukken en uitbuiten. Maar God blijft lief hebben. Altijd weer zoekt Hij mensen om met de Verrezen Heer Jezus te werken aan die revolutie van liefde en tederheid. laten wij mekaar liefhebben en gelukkig maken .
Sjaloom , mag je geraakt worden door Gods liefde!
Pater Stan
5de PAASZONDAG
Als je een eigen tuintje hebt, dan ga je zeker in de lente naar de planten en struiken kijken of ze al botten, of de bloemen al open komen. En je wil de lente nog wat dichter bij je hebben, en dus zet je een takje forsythia, of wat wilgen-katjes in een vaas, in je living. Het takje komt open en bloeit, maar als het uitgebloeid is, begint het te verdorren en het is ermee gedaan. Los van de boom, kwijnt het leven in het takje weg en het sterft af. Jezus gebruikt dit natuurbeeld: Hij zegt : Ik ben de wijnstok, de ranken die met Mij verbonden blijven dragen vrucht, de andere sterven af “. Maar wie ligt er nu wakker van zulke woorden ? Wie geeft daar gehoor aan ? Zijn het woorden in de wind ? Wij hebben immers allemaal genoeg aan onze eigen zorgen : onze werkgelegenheid, onze gezondheid, de toekomst van onze kinderen, onze afbetalingen. Als we die zorgen opzij zetten, zijn er nog de hobby’s van onze kinderen, onze ontspanning en vrijetijdsbesteding die ons allemaal in beslag kunnen nemen. Dat is ons leven. En die persoon van Jezus, met zijn aanbod om met Hem verbonden te leven, staat ver van onze zorgen. Die verbondenheid met Jezus is iets voor dat halfuurtje in de kerk. Maar het echte leven, zeven dagen op zeven, heeft daar weinig mee te maken. Goede mensen, hier maken wij de fout van ons leven. Onze zorgen en onze vreugde, onze arbeid en onze ontspanning, ons streven en ons mislukken, alles wat ons leven uitmaakt, dat is juist de bekommernis die Jezus met ons wil delen en de weg die Jezus met ons wil gaan. Als wij in Hem blijven en Hij in ons, dan zullen wij die uitdagingen van het leven, met een andere begeestering kunnen aanpakken: met een evangelische liefde die dienstbaar en vergevensgezind is , en die vreugde schept in uw hart. En dan blijft nog de belangrijke vraag : hoe kunnen wij verbonden leven met Jezus ? Wij kunnen we onze vriendschap met Jezus versterken: Door het evangelie te lezen , en ons af te vragen wat het voor ons betekent? Door ons in de loop van de dag regelmatig tot Jezus te richten : onze grote vriend en Gids op onze levensweg? Door tijdens de eucharistie, bij het breken van het brood, Jezus leven te duiden. En hoe meer wij ons leven breken en delen in Jezus geest, hoe sterker onze vriendschap met Jezus zal worden. Goede mensen, neem de tijd om u, alleen of in groep te bezinnen op Jezus woorden en daden van liefde. Zo zal er doorstroming komen van Zijn inspiratie naar de onze, van Zijn onbaatzuchtige liefde naar de onze. We zullen spreken in zijn geest, en proberen het evangelie waar te maken. Onze liefde zal sterker en meer evangelisch worden.
“Blijf in Mij dan blijf ik in u”. De vriendschap van Jezus in ons leven, de groei van onze verbondenheid met Hem. Vergelijkt Jezus niet toevallig met de wijnstok : dat wonder van de natuur dat feest en vreugde kan teweeg brengen. Duidelijker kan het niet : zijn vriendschap kan onze zorgen optillen tot een feest met een vreugde die sterker is dan de zwaartekracht die ons naar de aarde trekt. Met een vriendschap en een vreugde die ons optilt en ons hart verheugt.
Pater Stan
4de PAASZONDAG
Na jaren gevangenisstraf vanwege zijn verzet tegen de Russische overheersing, werd de schrijver Vaclav Havel, tot president van Tsjechoslowakije gekozen. Toen hij aantrad en de eed van trouw aan zijn volk aflegde, gaf hij in enkele korte bewoordingen aan, hoe hij leider van zijn volk wilde zijn. Hij zei dat hij hoopte twee dingen nooit te doen: liegen en stelen. Met andere woorden, hij zou proberen zich nooit meester te maken, van de waarheid, door de feiten te verdraaien, en ze zo te interpreteren, dat het hem goed zou uitkomen. En hij zou het volk niet afnemen wat van hen was. Met deze beloften werd hij een eerlijke en echte leider, die het leven van zijn volk vooropstelde.
Er zijn vandaag allerlei leiders en herders, die zich aanbieden, in de politiek, in de krant, de televisie, op internet. Ook de reclame weet heel sluw, wat onbelangrijk is, tot levensnoodzakelijk voor te stellen. En velen van ons, geven gehoor aan die leiders. Dat wij vrije en onafhankelijke mensen gemanipuleerd worden, dat kunnen wij moeilijk inzien en toegeven.
Hoe bekwaam ge ook zijt, om tussen al die leiders, goede keuzes te maken, toch wil ik, u vandaag Jezus van Nazareth aanbevelen als een goede Herder en Gids voor uw leven. De vraag is: Kennen wij Jezus levensverhaal en zijn manier van leven? Weten wij hoe Hij vandaag mensen bezielt om voor hun medemensen te zorgen? Wij kunnen het leven van Jezus zelf lezen in één van de evangelies.Of beter een commentaar lezen op de woorden van Jezus. Of nog beter: kijken naar mensen die vanuit Jezus leven.
In elke zondagsviering worden wij uitgenodigd, om te luisteren naar de stem van de goede herder Jezus. De predikant zal u helpen om Jezus woorden te vertalen naar vandaag, en ze concreet invullen, naar wat ze betekenen, voor uw eigen leven, voor uw gezin, en voor de Jezus-gemeenschap. En hij zal u bemoedigen die woorden tot leven te brengen.
Wat mij echt geholpen heeft, om Jezus meer te waarderen en meer verbonden met Hem te leven: Ik kreeg van iemand die veel van Jezus houdt de goeie raad: Kies zelf een naam voor Jezus die u persoonlijk iets zegt: Dat hoeft geen mooie naam te zijn, als die maar uitdrukt, wat Jezus voor u betekent.. Dit kan b.v. zijn: Jezus mijn herder, mijn licht, mijn gids, Jezus mijn grote broer, mijn vriend, of iets nog meer persoonlijk…
En als ge dan tijdens de dag een ogenblik kiest om u tot Jezus te richten met die voorkeursnaam, dan geef je richting aan je leven, dan kies je werkelijk om je leven af te stemmen op Jezus, je herder, je vriend je reisgenoot. Als je dat lukt, zo staat er in het evangelie, zal je veel mensen gelukkig maken.
Vanuit onze verbondenheid met Jezus worden ook wij uitgenodigd om zelf goede herder te zijn. En dat is niet gemakkelijk, want een goede herder is niet bezig met eigen eer en glorie, maar zorgt zonder eigenbelang voor zijn mensen..
Een goeie herder is volgens paus Franciscus iemand die soms voorop loopt, soms achterop, maar heel dikwijls middenin, om dichtbij zijn mensen te zijn, om naar hen te luisteren hen te troosten, te verzorgen en te genezen. Hij heeft speciaal aandacht voor hen die het moeilijk hebben. Paus Franciscus zegt nog: aan een goede herder kleeft de geur van zijn schapen.
Goede mensen, het vraagt van de herders, in deze corona-tijd, veel creatieve liefde, om mensen van op afstand, nabij te zijn. Maar door met geduld te luisteren aan de telefoon, door een meevoelende e-mail, of een sms, kunnen wij zoveel goed doen.
Pater Stan
3de PAASZONDAG
De leerlingen van Jezus: Kleofas en zijn vriend waren terug van Emmaüs en met blijdschap vertelden ze de andere leerlingen ,dat er een vreemdeling met hen meeging, die enorm goed kon luisteren en hen bemoedigen, en daarom vroegen ze hem om bij hen thuis mee binnen te komen ,en iets samen te eten. En op de manier waarop hij het brood zegende, het brak en met hen deelde, herkenden zij in hem Jezus, en dan was Hij plots verdwenen.
Terwijl zij nog aan het vertellen waren stond Jezus plots in hun midden en zei: “VREDE zij u “. In hun schrik meenden zij een geest te zien. In de verrijzenis verhalen ervaren de leerlingen een nieuwe aanwezigheid van Jezus, anders dan voor zijn dood. Ze voelen, zien en ervaren dat Jezus nog altijd bij hen is, wel anders, maar daarom niet minder intens en leven-gevend. Wat moeten wij mensen van vandaag, daarbij denken, of daarbij voorstellen?
Eigenlijk vragen wij: “Kunnen wij de Levende Heer, concreet en levens echt ontmoeten”?
Ik zie de Levende Heer hier bijvoorbeeld in deze kleine gemeenschap, die bij het licht van de Paaskaars, samen komen om het brood te breken, en die bij wat zij zien en horen en doen, uitgenodigd worden zelf brekend en delend, liefdevol in het leven te staan. Verrijzenis heeft duidelijk met hier en nu te maken, en is niet alleen een troost voor het hiernamaals.
Wie met gelovige ogen kijkt: d.w.z. met de ogen van zijn hart, ontmoet de Levende Heer, in het leven van elke dag, zichtbaar en kwetsbaar in de medemens, die broos en kwetsbaar, ziek of onrechtvaardig behandeld, roept om hulp, of je duidelijk maakt waar het , op aan komt in het leven. Waar mensen opstaan, zich rechten uit hun gebrokenheid of verlorenheid, daar gebeurt opstanding: verrijzenis.
Een tijdje geleden had ik een gesprek met een vrouw die veel had meegemaakt Ze had haar man en twee kinderen veel te vroeg verloren, en nu zelf door ziekte geveld: het leven had haar niet gespaard, en toch was ze niet verbitterd geworden, ook al had ze daar alle rede toe. Dit verbaasde mij en ze zei nog: ik ben toch zo dankbaar, doorheen mijn verlieservaringen heb ik geleerd, wat belangrijk is en mooi in het leven, wat je moet koesteren, en niet mag vergeten Ik heb mogen ervaren wat liefde is in al zijn vormen: mijn man en ik vertrouwden mekaar blindelings, we hadden twee schatten van kinderen en ik heb nog heel wat vrienden, voor al die liefde, die ik heb kunnen geven en ontvangen wil ik dankbaar blijven.
En als ik al eens een rotdag heb ,dan bid ik tot mijn man: “papaatje, ge zult me weer eens moeten helpen. Hij heeft me nog nooit in de steek gelaten”. Die vrouw heeft geen boeken gelezen over verrijzenis, en heeft nooit gehoord over een nieuwe aanwezigheid, over anders-verbonden -zijn, maar ze heeft mij geholpen, om wat er in de Schriften gebeurd is, beter te verstaan.
Ik heb haar bij het afscheid hartelijk bedankt, omdat ik in haar, de levende Heer mocht ontmoeten.
Lieve mensen, om te besluiten de Vlaamse theoloog Professor Schillebeecks nodigt ieder van ons uit, om mee te schrijven aan een vijfde evangelie: De verrezen Heer die tot u komt, en zin vrede en vreugde brengt in uw leven, of in het leven van uw gemeenschap. Ik durf u wat huiswerk geven: Gelieve af en toe, op een stil moment, enkele regels van uw ontmoetingsverhaal met de verrezen Heer te schrijven. Op voorhand bedankt daarvoor.
Pater Stan
De ongelovige Thomas b : Jaar B: Joh. 20, 19-31
Een oude man vertelde mij omlangs dat één van zijn kleinkinderen vroeg : “Opa van waar komen die strepen op uw voorhoofd ? Een ander kleinkind zei : Dat is toch niks speciaal , dat hebben alle oude mensen. Oude mensen mogen rimpels hebben , vinden kleinkinderenR. impels zijn een beetje de littekens van het leven . En littekens zijn belangrijk .Iemand heeft ooit gezegd :”Als ge me van iets wil overtuigen , zeg me dan wat je ervoor geleden hebt .Toon mij uw littekens.”
In het evangelie van vandaag wordt Jezus pas geloofwaardig voor Thomas met de littekens van zijn lijden . Er is dus blijkbaar een verband tussen lijden en verrijzenis , tussen dood en opstanding. Littekens tekenen de mens : ze kunnen een mens verminken ,maar ze getuigen ook van een diepe ervaring . Je kunt er aan zien dat de mens heel wat heeft meegemaakt . Eigenlijk draagt elke mens zijn littekens mee . Denk maar aan het gegroefde gelaat van een bejaarde vrouw ,of aan de handen van een oude man. En er zijn ook onzichtbare littekens, die van het hart. In een heel vertrouwelijk gesprek vertelt men mekaar wel eens over zijn littekens : dingen die gebeurd zijn en die ook na jaren nog pijn doen . Ook een gezin ,of een gemeenschap zoals de kerk, draagt haar littekens mee.
In het evangelie lazen we dat Thomas er niet bij was , die eerste zondag toen Jezus kwam en hij zei:”Ik geloof jullie pas , als ik in Jezus handen de littekens, de wonden van spijkers kan zien “. Thomas zal de geschiedenis ingaan als de ongelovige Thomas. Maar is dat nu zo erg. Wie kent er in zijn leven geen momenten van twijfel , van zoeken naar meer waarheid, van zoeken naar geloof dat meer hedendaags verwoord is .Ik zou Thomas geen ongelovige maar een zoekende Thomas noemen. De zondag daarop was Thomas er wel bij .Hij heeft de aanwezigheid van Jezus ervaren als een fantastische gunst. Jezus wenst hen vrede toe. In die vrede voelt Thomas zich aanvaardt zoals hij is: de twijfelende en zoekende gelovige. En als de Heer Thomas uitnodigt om de littekens van zijn wonden te betasten, is hij enorm blij en roept uit :“Mijn Heer en mijn God”: d.w.z. “Gij zijt mijn alles “ Dit is wellicht de mooiste geloofs- belijdenis die in de bijbel staat .
De ervaring van de liefde en de waardering van Jezus voor Thomas , zullen hem niet meer gerust laten . Ze dulden niet dat Thomas zwijgt over zijn geluks-ervaring : vooral die wonden : die littekens van Jezus liefde tot het uiterste, blijven Thomas uitnodigen om Jezus liefdewerk voor de mensen verder te zetten , ook als het pijn meebrengt . En dat heeft Thomas gedaan . . .
Lieve mensen ,ik hoop dat wij in onze zondagse bijeenkomsten , de aanwezigheid van de levende Heer Jezus mogen ervaren ,en dat ze ons deugd mogen doen .En ik nodig u uit , om Jezus te blijven volgen , soms enthousiast gelovend , soms twijfelend ,soms zoekend. Ik nodig u uit om trouw te blijven , aan wat je beloofde ,ook al is het niet altijd gemakkelijk ,om trouw te blijven aan uw huisgenoten en vrienden ook als het pijn meebrengt.
De traditie zegt dat Thomas tot in India is geweest om te getuigen van de verrezen Heer . Wij hoeven niet zo ver te gaan , maar toch moeten wij blijven proberen ,om op onze manier ,Jezus na te volgen ,in het lief hebben van onze medemensen ,en dat kan ook zeer ver gaan .
Pater Stan
VERRIJZENISDAG HOOGFEEST van PASEN – Een omweg door de woestijn
Ook dit jaar moeten wij Pasen vieren op en heel ongewone manier. Maar dart neemt niets weg van de diepere betekenis ervan.
In de paaswake grijpen wij terug naar de oude verhalen van het Joodse volk. Centraal staat daarbij de Exodus uit Egypte: de Heer heeft Mozes uitgekozen om dat te klaren.
En hoe zal het verlopen? De kortste weg van A naar B, naar het oosten dus? Nee, want dan zou die haveloze bende van gewezen slaven op de Filistijnen botsen, en daar zij ze niet tegen opgewassen. Ze zouden uiteen geslagen worden en allicht met hangende pootjes weer in Egypte belanden.
Nee, God heeft een ander plan: de groep moet eerst groeien tot een eenheid, tot een volk. Daarom laat Hij ze een omweg maken door de woestijn .
Maar ie aanpak vraagt tijd, veel tijd. Wel 40 jaren, twee generaties! In die tijd wil God het volk kneden tot zijn uitverkoren volk, drager en doorgever van de belofte. Maar terwijl Mozes op de berg God ontmoet om er de wet in ontvangst te nemen, maakt het volk daar misbruik van en in de vlakte en begint het een gouden kalf te te maken en te aanbidden al,s afgod. En zo kan Mozes niet anders dan maar terug de berg op te trekken, om zijn zaak bij God te gaan bepleiten. En wat blijkt? God heeft eindeloos geduld met zijn volk…
De tocht gaat dan verder, duurt lang en is lastig. Er is honger en dorst, de vermoeidheid begint te wegen, het volk begint te morren. Waren we maar bij de vleespotten van Egypte gebleven! Daar hadden we tenminste toch te eten!
Het volk wordt op zijn wenken bediend en er valt hemels manna te rapen en zelfs kwartels staan op het menu! En er komt ook water uit de rots, God laat zijn volk niet in de steek.
Die zekerheid, dat vertrouwen moet het volk leren ontdekken, moet kunnen groeien, pas dan zal het klaar zijn om het Beloofde Land binnen te trekken. Zo heeft God zijn volk een omweg door de woestijn laten maken, om het te laten groeien tot een hecht volk. De woestijn bood uiteindelijk nieuwe kansen.
En hoe zit het nu met ons? Waar staan wij ergens in onze woestijn van Covid? Ook onze tocht is lang en vermoeiend, en ook wij beginnen te morren en te zeuren, want het duurt allemaal zo lang en het begint erg te wegen….
Want ook wij hebben honger en dorst, honger naar cultuur, naar warme contacten , naar een etentje met vrienden, dorst om te gaan en staan waar we willen vrij bewegen en we dromen wel van een reisje. En we voelen alleen maar beperkingen, en velen lijden onder eenzaamheid en mentale druk…
We snakken naar onze ‘vleespotten van Egypte’, het vroegere ‘normaal’ waar alles mogelijk en bereikbaar was, we kijken uit naar op onze exodus uit corona, naar ons eigen, nieuwe Beloofde Land.
Hoe zal dat er uitzien? Zijn er geen vragen die zich opdringen rond ons vroegere normaal? Was alle normaal wel zo normaal?
Zijn er na onze woestijntocht misschien aanwijzingen om het anders aan te pakken? Of gaan we gewoon over tot de orde van de dag en blijft alles zoals het was?
Zijn er misschien nieuwe ijkpunten waar we rekening moeten mee houden, waar we ons moeten op richten?
Kan duurzaamheid misschien een grotere inpakt krijgen? En hoe zullen wij omgaan met het klimaat? 0nze ecologische voetafdruk wat afschrapen? En wat met de kloof tussen arm en rijk? De zuinige omgang met onze natuurlijke grondstoffen?
Als na de Covidwoestijn het Beloofde Land ons wacht, dan staat er ons genoeg te doen. Ons werken aan een vernieuwde samenleving kan uitgroeien tot een echte Pasen: Chistus is waarlijk verrezen, Hij leeft!
Dit Pasen kan een opstanding worden: een vernieuwde samenleving als wij de weg volgen van Jezus, zoals Hij die uitgetekend heeft in de Bergrede en zoals Johannes het weergeeft in zijn hogepriesterlijk gebed: opdat allen één zijn, Vader, zoals Gij in Mij en Ik in U. Ook in deze tijd laat God zijn volk niet los. Covid liet ons een omweg door de woestijn maken: elke moeilijke periode biedt ook kansen voor vernieuwing. Het gaat er om de tekenen van de tijd te kunnen lezen: dan wordt het een Pasen voor onze tijd!
Bert Taymans
5de ZONDAG in de VASTENTIJD
Wie voor zichzelf zorgt, zorgt voor een goede vriend. Eigenbelang voor alles. Je leeft tenslotte maar één keer. Je moet ervan genieten. Verwen jezelf.
Die richtlijnen ondersteund door reclame en consumptiedwang, dat is de catechismus van deze tijd.
Het evangelie vraagt ons eveneens om goed te zijn voor onszelf, een eigen oordeel te vormen, over alles wat er in de media op ons afkomt. Het zegt ons : wie zich egoïstisch vastklampt aan zijn leven, verliest het, maar wie zijn leven prijsgeeft en deelt met zijn medemensen, zal het behouden voor het eeuwige leven .
De tegenstelling tussen de beide richtlijnen is wel zeer groot. De verleiding om voor de gemakkelijkste richtlijn te kiezen is zeer groot. Ge zult maar jong zijn, in een tijd waar alles kan en niets moet.
Laat ons die tegenstelling eens van naderbij bekijken om te zien waar beide richtlijnen ons brengen als we deze als compas gebruiken.
Als we de oproep volgen om volop en egoïstisch te genieten van het leven ,dan kunnen we terecht komen in een verslaving, zodat we telkens naar meer en sterkere genotsmiddelen moeten grijpen totdat het ten koste van onszelf gaat, zodat we er leeg en levensmoe bij worden, met alle gevolgen van dien.
Maar wie echter naar het voorbeeld van Jezus ervoor kiest zijn leven prijs te geven en het te delen met zijn medemensen , kiest voor geen gemakkelijke weg . Hij mag niet alles naar zich toe trekken, maar alles delen met zijn medemensen, hij zal vruchten dragen.
- Ik denk aan jonge mensen, die kiezen voor kinderen , ook al weten ze zeer goed dat hierdoor hun vrijheid en hun comfort kleiner wordt. Deze keuze kan inhouden het zich veel ontzeggen in het belang van hun kinderen
- Ik denk aan priesters en kloosterlingen ,missionarissen , die omwille van het evangelie afstand doen van een eigen gezin, om zich meer in dienst te kunnen stellen van arme en kleine mensen .
- Ik denk aan de vele dokters, verplegers en verpleegsters, mantelzorgers, de zovele vrijwilligers , die in deze corona-tijd , met risico voor hun leven, zich met evangelische toewijding hebben ingezet voor doodzieke en stervende mensen Van de Heer zelf hebben zij geleerd , zichzelf in te zetten, opdat anderen zouden leven .
- Ik denk aan de zovelen die al jaren vrijwilligerswerk doen , in de kerkgemeenschap en in het verenigingsleven. Ze geven een stuk van hun leven voor het welzijn van hun medemensen.
Lieve mensen, in de loop van de geschiedenis hebben miljoenen mensen ervoor gekozen het voorbeeld van Jezus te volgen.
Ook in onze tijd zijn er nog velen, met een grote bewondering en waardering voor Jezus . Ze vinden bij Hem de moed , om naar hun mogelijkheden, de weg van de stervende graankorrel te gaan.
De apostel Paulus zegt ons : “Sommige zien die weg van Jezus als een dwaasheid “ ,
maar zegt Paulus : “het is de enige weg , die leidt naar het volle leven.”
Pater Stan
4de ZONDAG in de VASTENTIJD
Dat het tussen Jezus en de Farizeeën lang geen koek en ei was ,dat wisten we wel. Toch wist Johannes te vertellen dat er onder de Farizeeën minstens één dissident was. Nicodemus .. niet zo maar de eerste de beste. Hij was lid van het Sanhedrin en van de Joodse hoge raad. Nikodemus wilde Jezus ontmoeten en Hem beter leren kennen, maar hij wilde dat zijn collega’s het niet wisten, en daarom ging hij ’s nachts .
Over de inhoud van het gesprek weten we niet veel. Jezus zegt over zichzelf : ”Evenals Mozes in de woestijn de slang omhoog heeft geheven ,zo moet ook de mensenzoon omhoog geheven worden. “ Nicodemus snapt de allusie onmiddellijk, maar voor ons is dat niet evident. Jezus verwijst naar een gebeuren in de woestijn, toen de Joden overvallen werden door een kolonie giftige slangen, er vielen nogal wat doden .
Toen Mozes om hulp vroeg bij God zei Hij : “Maak een koperen slang en bevestig die hoog op een paal; al wie gebeten is en naar de slang opkijkt zal in leven blijven. En zoals die slang zal ook de mensenzoon omhoog geheven worden aan het kruis, zodat alwie gelovig opkijkt naar Hem, uitzicht krijgt op eeuwig leven.
Een parabel over de mensenzoon en de slang: dat klinkt raar in onze oren . Misschien zelfs een beetje ongepast . Vergeet dan niet dat deze beeldspraak haar wortels heeft in een ver achter ons liggende cultuur, waar de slang symbool staat voor eeuwig leven: ze werpt telkens haar oude huid af en ze verjongt met een nieuwe huid en zet haar levensweg verder .
Die opgerichte slang van Mozes herkennen wij ook op de voorruit van de artsen, een rode slang die zich rond een paal kronkelt, ze is ook daar symbool van genezing en herwonnen leven . Omwille van Jezus trouwe liefde tot op het kruis, is voor Johannes het kruis geen symbool meer van dood, maar van leven dat sterker is dan de dood. Zoals destijds de slachtoffers van giftige slangen in leven bleven, als ze opkeken naar de koperen slang op de paal, zo krijgt ook alwie gelovig opkijkt naar de gekruisigde Christus, kracht om Jezus weg te gaan: dat is een leven sterker dan de dood.
Toch is het niet vanzelfsprekend dat een gekruisigde man, sterkte en liefde kan doorgeven. Ik probeer u een aanzet tot antwoord te geven met een voorbeeld.
Een man kwam zijn langdurige zieke vriend bezoeken. Hij was heel nerveus en wat opgejaagd. Omdat de zieke van muziek hield had hij een stukje muziek opgenomen op een cd-ke, zo moest hij terwijl de muziek draaide niets zeggen . De zieke had het vlug door: de bezoeker zat niet goed in zijn vel. De muziek draaide en draaide. Toen de muziek ophield vroeg de zieke aan de bezoeker : “en voelt ge u al wat beter? “ De zieke zelf, had zijn ziekte verwerkt, hij straalde rust en warmte uit, bemoedigde zijn bezoeker en liet hem ervaren dat het leven zelfs in ziekte toch nog de moeite waard is.
Toch blijft de vraag :waar halen sommige zwaar zieke mensen hun levenskracht vandaan? Ik heb een zieke vrouw horen zeggen: “als ik alleen ben ,dan kijk ik heel lang naar Jezus op zijn kruis en dan begin ik te geloven dat God ons echt lief heeft , en dat zijn liefde zichtbaar en voelbaar is in Jezus.” En ze zei nog :”Gods liefde is ook zichtbaar en voelbaar in goede mensen :familieleden, vrienden, verpleegsters, die ons liefdevol nabij zijn. Maar Gods liefde is toch het meest zichtbaar in de gekruisigde en verrezen Jezus. Hij geeft mij sterkte en moed om te leven met uitzicht op leven na de dood.”
Goede mensen, mag ik u uitnodigen om in deze voorbereidingstijd op het feest van Pasen, af en toe een keer op te kijken naar de gekruisigde en verrezen Christus en Hem toe te vertrouwen wat u op het hart ligt. Hij zal u levenskracht en moed geven om wat je eigenlijk moet doen, en dit meer gemotiveerd en met goesting te doen.
Pater Stan
3de ZONDAG in de VASTENTIJD
De tempel van Jeruzalem was voor de Joden het hart van hun godsdienst en een heilige plaats in hun leven . Maar ten tijde van Jezus was de tempel niet heilig meer . De religieuze bezieling was eruit , de tempel, was ontheiligd door allerlei misbruiken en gesjacher . Het heidense geld met de afbeelding van de keizer, die als God vereerd werd , mocht de tempel niet binnen en bijgevolg maakten de de wisselaars woekerwinsten . Bovendien was de tempel een politieke burcht geworden . De tempelpriesters en de Sadduceeën spanden samen met de Romeinen om het volk uit te zuigen met belastingen , en zelfs via een tempelbelasting.
De sjacheraars verkochten duiven om te offeren ,en maakten zich rijk op de kap van de armen – Er werd zelfs ruilhandel gedreven met God : Ik geef u God een schaap ,dan kunt Gij mij het gevraagde niet meer weigeren.
Toen Jezus zag dat het in de tempel : het huis van gebed allemaal om geld draaide , en dat de arme gelovigen schandelijk werden uitgebuit, toen werd Jezus kwaad en heeft de commerçanten uit de tempel verdreven. Dit optreden van Jezus lokte natuurlijk groot verzet uit bij de tempelbedienaars . Wat verbeeldt deze man van Nazareth zich wel, en krachtens welke bevoegdheid doet hij zoiets ongehoords? De echte eredienst voor Jezus is : Gods mededogen vieren ,en mensen eren is God eren
Dit evangelie is een oproep om vrijmoedig en durvend te spreken over eventuele misbruiken en negatieve aspecten in de kerk . Over aanstootgevende rijkdom ,pracht en praal binnen de kerk . Over de noodzaak van kerkvernieuwing in de hiërarchie, de pastoraal en de theologie.
Er is altijd het gevaar dat onze kerk een historisch gebouw dreigt te worden waaruit de religieuze bezieling is verdwenen. Het kan een plaats worden , waar christenen Gods lof zingen in mooie rituelen, maar waar niet voldoende gezorgd wordt voor gekwetste en weerloze mensen. Het kan een bedevaartplaats zijn ,waar de essentie verloren gaat en de commercie primeert . Het kan een kerk zijn die niet voldoende in dialoog is gebleven met de moderne samenleving. Onze huidige Paus doet zijn best ,maar omwille van de tegenstand, kan hij maar weinig realiseren.
We kunnen zo’n evangelie over de tempelreiniging lezen als iets van heel lang geleden en ver van ons bed . Maar het wil juist een waarschuwing zijn voor ons christenen om ons telkens weer te zuiveren van hebzucht en heerszucht , om het evangelie trouw te beleven , aangepast aan de noden van onze tijd .
Er is de bekende leuze in kerkelijke kringen : “Ecclesia semper reformanda “: de kerk moet zich steeds hervormen .
- Jezus kwam op tegen de verloedering van de tempel .
- Helder Camara kwam op tegen de rijkdom van de kerk.
- Edward Schillebeeckx vernieuwde de kerk met een eigentijdse theologie.
- Paulus vermaant ons met de woorden :”Blus de Geest niet uit “ ;
- Een durvend vrijmoedig spreken en schrijven ,vanuit de geest van Jezus Christus, is ook vandaag dringend nodig.
- Maar het beste dat wij voor de vernieuwing van de kerkgemeenschap kunnen doen, is zelf in de geest van Jezus eerlijk en waarachtig christelijk te leven, met respect voor onze medemensen en bijzondere aandacht en inzet voor de kwetsbaren.
Pater Stan
2de ZONDAG in de VASTENTIJD
De gedaanteverandering
In het evangelie van vandaag lazen wij dat Jezus op de berg Tabor een bijzondere Godsontmoeting heeft gehad: een visioen.
Ik vraag mij af, waarmee kunnen wij een visioen vergelijken ? Misschien nog best met een verliefdheid.
De verliefdheid tilt de verliefden hoog uit, boven de alledaagse werkelijkheid. Wat zich rondom hen afspeelt ,raakt hen niet meer. Ze zijn totaal in beslag genomen door wat hen overkomt.
Het geeft hen veel energie, en het heeft invloed op hun verder leven.
Het kan zelfs uitgroeien tot een belofte van trouw.
Ook bij Jezus is dit visioen bepalend voor zijn verdere leven.
Op het moment dat wij Jezus vandaag ontmoeten in het evangelie heeft Hij een probleem .Van in het begin had Jezus het opgenomen voor de kleine mens , en hem zelfs boven de wet gesteld. Zo voelden de religieuze leiders zich bedreigd in hun positie ,en ze waren van plan om Hem te doen verdwijnen.
Komt daar nog bij : Jezus had zijn leerlingen gezegd dat Hij naar Jeruzalem zou gaan ,en dat daar zijn lijden zou beginnen.
Petrus en de andere leerlingen waren daarmee niet akkoord en dat deed Jezus extra pijn . En dan rees de grote vraag : Het lijden waar Hijzelf schrik van had en waar zijn vrienden tegen waren ,was dat echt de wil van zijn Vader?
Goeie mensen , als Jezus een probleem had dan ging Hij daar met zijn Vader over praten . Hij ging met drie vrienden die op de hoogte waren van het probleem naar de berg Tabor.
Daar heeft Jezus ,gebeden en geworsteld met zijn probleem. Hij heeft vooral geluisterd naar God zijn Vader, naar Mozes en Elia , hoelang? Dat weten we niet. Het had lang geduurd, want de apostelen waren in slaap gevallen.
Toen de apostelen wakker werden was Jezus veranderd . Het licht straalde uit heel zijn wezen. Hij had geen schrik of twijfel meer.
Ook voor de leerlingen was het een buitengewone ervaring.
Hier leren ze de echte Jezus kennen en de bron waaruit Hij zijn kracht haalt, om Gods droom te realiseren . Jezus was vast besloten, zich te blijven inzetten voor kleingehouden mensen.
Wij weten dat Jezus trouw gebleven is aan de liefde voor zijn mensen, met een onvoorwaardelijke liefde ,een liefde sterker als de dood.
Wij stellen ons nu de vraag: wat betekent het feest van de gedaante- verandering van Jezus voor ons?
Marcus wil ons duidelijk maken dat op momenten dat wij twijfelen of schrik hebben ,of te futloos zijn om lief te hebben : dat het dan goed is met Jezus naar een eenzame plaats te gaan en daar voor ons probleem te bidden, ons laten overschaduwen door het liefdevol mysterie ,en te luisteren naar die diepe stem , die ge alleen kunt horen met de oren van uw hart.
Het is goed naar verlichting te verlangen, het zal je energie geven om verder te leven.
Pater Stan.
1ste ZONDAG in de VASTENTIJD
Wij westerlingen hebben weinig ervaring van wat een woestijn is , tenzij er uitzonderlijk iemand heeft doorgereisd. Wij zijn meer vertrouwd met wat ook wel eens een woestijnervaring genoemd wordt. Er zijn namelijk momenten in het leven , dat ge als het ware naar de woestijn gedreven wordt .Je zult het onmiddellijk erkennen
Het woestijnverhaal in je ziekbed. Gij zijt aan je bed gekluisterd, afhankelijk hulpeloos , niet meer van nut. Het woestijnverhaal van je eenzaamheid, na het overlijden van je partner. Het woestijnverhaal van je depressie.
Het woestijnverhaal van het verlies van een vriend, na ruzie. De leegte komt op je af, en vooral de confrontatie met jezelf. Wat voor zin heeft je leven nog?
Ik mocht enkele maanden geleden een getuigenis aanhoren van een vrouw die borstkanker had overwonnen .Haar verhaal was sereen en hoopvol. Op het einde van haar verhaal, vroeg er iemand of ze gelovig was? Toen ze bevestigend knikte kwam meteen de volgende vraag: “ zag u de kanker als een straf van God”? Het antwoord van de vrouw zal ons nog lang bijblijven ”Kanker zien als een straf van God, is voor iemand als ik, die er van genezen is, een éénzijdige manier, om deze kanker te interpreteren. Misschien is het wel een straf,ik weet het niet ,maar ze komt zeker niet van God . Wat het zeker wel is, het is een kans om na te denken, over wat er nu belangrijk, is in het leven. Kanker voert een grote selectie in, binnen je vriendenkring . Alleen de echten blijven u trouw bezoeken. Dat zijn voor mij de engelen . Ik heb mij in mijn strijd dikwijls alleen gevoeld, ook al zijn mijn man en mijn dochter bij mij gebleven. Maar sommige dingen moet je nu eenmaal alleen doormaken .Maar het doet echt deugd dat sommige mensen u helpen dragen .
Wat heeft dit verhaal met het evangelie te maken ? Heel eenvoudig , net als het evangelieverhaal is dit ook een woestijnverhaal .Het zijn verhalen waarin mensen op de proef gesteld worden ,een periode die hen doet nadenken ,en vragen begint te stellen over de zin van hun leven . Er zijn twijfels en vragen, waarop alleen zijzelf kunnen antwoorden.
Tijdens zijn doopsel heeft Jezus tot in het diepste van zijn hart begrepen, dat Hij mag leven vanuit een unieke, intieme relatie met God zijn lieve Vader.
En die relatie is meteen Jezus roeping: nl. Gods liefde concrete gestalte geven. Jezus vraagt zich af: Zal ik sterk genoeg zijn tegen de verleidingen ? Zal ik getrouw zijn ? Hierover heeft Jezus veertig dagen nagedacht: Veertig is een symbolisch getal, dat iets van lange duur aangeeft. Het wil zeggen dat die verleidingen in de loop van Jezus leven regelmatig zullen terugkeren. Marcus geeft vandaag geen uitleg over de aard van de bekoringen, maar dat hoeft ook niet. We kennen de bekoringen . We hebben er zelf elke dag mee te maken: telkens wanneer eigenliefde het haalt van naastenliefde, telkens wanneer hebzucht het haalt van delen.
Na de bedenktijd over zijn mooie roeping en de strijd tegen de bekoringen in de woestijn, is Jezus een ander mens geworden,gewapend met innerlijke kracht , en Hij begint zijn eigen werk met goed nieuws: “De tijd is vervuld, het Rijk van Gods liefde is nabij“.
En Jezus voegt de daad bij het woord, Hij maakt Gods liefde zichtbaar en voelbaar voor zijn medemensen .”Bekeer u, zegt Jezus, en werk mee aan Gods initiatief van een hartelijke gemeenschap, waar niemand uit de boot valt”.
In de loop van de geschiedenis hebben enorm veel mensen, dat spoor van liefde dat Jezus trok, verder getrokken. Ik denk aan Mgr. Romero, aan Mother Theresa, aan priester Daens, pater Damiaan, Jan Vermeiren, stichter van de Poverello en zovele anderen.
Lieve mensen, bekeer u, en gelieve stappen te zetten in dat spoor van liefde dat Jezus heeft getrokken.
Pater Stan
5de Zondag door het jaar
Bijbelse bezinning
Bénédicte Lemmelijn is theologe en hoogleraar Oud-testament
aan de KU-Leuven. Onlangs werd zij benoemd als lid van de Pauselijke Internationale Bijbelcommissie.
Zij schrijft ook bezinningen bij bijbelpassages.
Vandaag vond ik er een bij een vers van Jesaja: zij plaatst de tekst terug in zijn historische achtergrond en toets dat dan aan onze goed gekende coronamoeheid.
De profeet Jesaja is in de christelijke traditie een van de zogenaamde ‘grote profeten’.
Het boek dat naar hem genoemd is hoort bij de profetische boeken van enige omvang, in tegenstelling tot de zogenaamde ‘kleine profeten’, zoals Joël en Obadja, van wie de boeken veel kleiner zijn.
Jesaja wordt bovendien in de exegese opgedeeld in drie grote delen die over een tijdspanne van minstens 200 jaar tot stand kwamen. In de verschillende delen verschilt ook de profetische boodschap sterk van toon., al naargelang de historische achtergrond die respectievelijk voor, tijdens en na de ballingschap te situeren is.
Kort gezegd: de eerste Jesaja waarschuwt, de tweede Jesaja troost, en de derde Jesaja brengt een ideaalperspectief van hoop op een nieuwe tijd.
En hier dan eerst de tekst van Jesaja 6,0, 19-20 en dan volgt de bezinning
Overdag is het licht van de zon niet meer nodig,
de glans van de maan hoeft je niet te verlichten,
want de HEER zal je voor altijd licht geven
en je God zal voor je schitteren.
Je zon zal niet meer ondergaan,
je maan niet meer verbleken,
want de HEER zal je voor altijd licht geven.
Dit 60e hoofdstuk van dit lange boek is er eentje uit dat laatste deel. De Israëlische bannelingen zijn teruggekeerd naar Jeruzalem, dat echter niet meer is wat ze er in hun dromen en gezangen in Babylon van gemaakt hadden. Een desillusie is het wat ze vinden: een vervallen stad, een puinhoop. De mensen hebben in hun ontmoediging een opbeurende boodschap nodig. De derde Jesaja biedt hun een perspectief. En ja, het is een ideaalperspectief. .. Een utopie zelfs, waarin dieren en mensen vredevol samenleven, waarin zelfs wilde dieren geen lammetje meer opeten, waarin een kind naast het nest van een adder speelt En natuurlijk is dit soort wereld nooit werkelijkheid geweest. En nog minder woorden heb ik nodig om te zeggen dat hij ook vandaag niet werkelijk is. .. In datzelfde ideaalperspectief is vooral God sterk aanwezig; Zelfs het licht van de zon, mogelijkheidsvoorwaarde bij uitstek van alle leven op aarde, is dan niet meer nodig. Een maanloze nacht vormt geen enkel probleem. God zelf zal licht geven. Hij zal schitteren. En die Zon zal nooit ondergaan. Die Maan zal nooit verbleken; God zelf is het Licht voor de mensen die op Hem vertrouwen.
Dit is een concrete boodschap voor mensen in een concrete historische situatie, inderdaad. Maar het is ook een diepere, tijdloze existentiële boodschap. En precies die combinatie maakt deze bijbelse perikoop het lezen waard, het overdenken waard., het be-leven waard.
Neen, we hebben geen zon meer nodig om licht te hebben, we drukken op een knopje en het is niet meer donker. Maar meer dan ooit dwalen we ook vandaag rond in duisternis, zoekend en tastend naar wat echt telt. Reikhalzend naar wat mensen niet overrompelt in druk en opdringerig publicitair geschreeuw, in welke al dan niet digitale vorm dan ook. Waar kleuren als draaiende en tollende cirkels in elkaar overgaan, blijft geen enkele heldere kleur meer over. We hebben nood aan eenvoud: aan helder wit licht in de felgekleurde duisternis, aan rustige zekerheid die ons toefluistert waar het wel op aankomt.
En misschien nog meer waar pijn overheerst, waar drukte eenzaamheid verhult, waar ontgoocheling ontmoediging genereert, is Licht nodig. Licht dat niet uitgaat als de stroom uitvalt of opeens het internet niet meer werkt. Licht dat ons toefluistert dat we de moeite waard zijn, zoals we zijn, met en in al onze gebrokenheid, maar ook in de luister van al het mooie en het goede, het onaanraakbare overstijgende in ons.
Maar inderdaad, om gefluister te horen, moeten we stil zijn. Stil in onszelf, in onze gedachten, stilvallen in ons praten en tot stilstand komen in ons hollen. En om goed te zien, moeten we soms de ogen sluiten. Om aandachtig te zijn voor het Licht, dat onvatbaar en ongrijpbaar is, maar wel te ervaren is. Licht dat helpt om te zien wat enkel voelbaar is.
Bénédicte Lemmelijn
“Ezra”